Wat?
Om kinderen zo taalvaardig mogelijk te maken, zet je in de eerste plaats in op een communicatieve, taakgerichte aanpak waarin betekenis en interactie centraal staan. Toch merk je dat je leerlingen er soms niet in slagen hun bedoeling helemaal duidelijk te maken of ze maken kromme zinnen die bol staan van de fouten. Het is met andere woorden ook nodig om voldoende aandacht aan vorm te besteden. Alleen, hoe doe je dat zonder een onveilige sfeer te creëren, waarin de aandacht voor betekenis verloren gaat?
Deze vragen vormen het uitgangspunt om te kijken wat het belang is van correctieve feedback en hoe je dat het beste aanpakt. Wat moet je weten over de leerlingen? Wat moet je weten over fouten? Wat maakt het Nederlands moeilijk? Wanneer heeft het zin en is het nodig om op fouten in te gaan? Hoe zorg je voor een veilige sfeer waarin fouten kansen bieden?
Voor wie?
Voor leerkrachten van het 2de tot en met het 6de leerjaar, leerkrachten uit de 1ste graad secundair onderwijs, zorgleerkrachten, zorgcoördinatoren en directies van het Nederlandstalig onderwijs in Brussel.
Onderwijscentrum Brussel
Marcqstraat 16-18
1000 Brussel