In de gemiddelde Brusselse klas zitten leerlingen met heel verschillende sociaal-economische, culturele en etnische achtergronden. Er zijn nog weinig uniforme groepen, geen meerderheid of minderheid, geen witte of zwarte klas.
In deze superdiverse klassen zitten leerlingen van wie de thuistaal en de omgevingstaal verschillen van de schooltaal, leerlingen die opgroeien in kwetsbare situaties, leerlingen die ieder vanuit hun achtergrond kijken naar de wereld rondom hen … Ze hebben verschillende talenten, interesses, kwaliteiten en behoeften. Allemaal willen ze leren en groeien. Ook ouders, leerkrachten en anderen die tot het netwerk van de leerling horen, hebben heel verschillende achtergronden en ervaringen.
De superdiverse school is dus bij uitstek de plek van ontmoeten en leren. Diversiteit is er de basis van het leerproces. De leerkracht is een ‘warm-demander-leerkracht’. Die is enerzijds warm en hartelijk met de leerlingen, maakt verbinding vanuit een echte en oprechte interesse en is anderzijds veeleisend, streng en vraagt discipline. De leerkracht gelooft in de groeikracht van iedere leerling en zorgt voor de nodige structuur en ondersteuning. Differentiëren maakt dus deel uit van de dagelijkse onderwijspraktijk.
Leer-, klas- en schoolklimaat en differentiatie
Leer-, klas- en schoolklimaat doen ertoe. Een school die samen met leerlingen, leerkrachten, ouders en buurt nadenkt over een warme schoolcultuur, staat stil bij die superdiversiteit en zoekt naar wat het (samen) leren en leven van alle leerlingen versterkt.
Geloven in de groeikracht van alle leerlingen, geloven in je impact als leerkracht en kwaliteitsvol lesgeven staan daarbij voorop. Schoolteams blijven (onder)zoeken hoe ze kunnen leren in diversiteit en hoe ze kunnen werken aan differentiatie als een hefboom voor leren. Daarvoor kunnen ze ondersteuning vragen van een onderwijsondersteuner van het Onderwijscentrum Brussel (OCB). Deze ondersteuningstrajecten zijn op maat van de school.
Mogelijke vragen bij het thema van leer-, klas- en schoolklimaat en differentiatie zijn:
- Wie is onze Brusselse leerling? Hoe verloopt de ontwikkeling van onze leerlingen? Welke invloed hebben grootstedelijke thema’s op die ontwikkeling? Hoe werkt het tienerbrein? Wat is dat nu, straatcultuur?
- Hoe kunnen we als team met die thema’s aan de slag? Rond welke competenties werken we als ‘warm demander-team’? Hoe motiveren we onze leerlingen door te werken aan autonomie, betrokkenheid en competentie?
- Hoe vertalen we die kennis naar onze dagelijkse onderwijs-, klas- en schoolpraktijk?
- Executieve functies, brede basiszorg, differentiatie, kleuter- en leerlingenparticipatie, een rijk en betekenisvol basisaanbod, klasmanagement en het ondersteunen en begeleiden van de leerling zijn mogelijke elementen van waaruit je een ondersteuningsvraag kunt stellen.
Versterk je competenties met het inleef- en leertraject stadsleerkracht
Naast ondersteuning op maat van de school biedt het Onderwijscentrum Brussel (OCB) ook een inleef- en leertraject stadsleerkracht aan. Tijdens zo’n traject dompelt OCB leerkrachten onder in Brusselse grootstedelijke thema’s.
Je gaat in het traject actief aan de slag om je ‘urban education’-competenties te versterken. Je onderzoekt welke pedagogisch-didactische principes echt werken. Inleefsessies in de leer- en leefwereld van Brusselse ketten geven handvatten om de verbinding met leerlingen te versterken.
Op het einde van dit traject weet je hoe je je leerlingen optimaal kunt begeleiden en ondersteunen bij hun leerloopbaan en hoe je effectief impact kunt hebben op hun leerresultaten.